Financiële situatie en gedrag van mbo studenten
Samenvatting en conclusie
Dit rapport presenteert de bevindingen van een onderzoek onder 1.678 mbo-studenten tot 30 jaar, zowel studenten die de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgen als studenten die de beroepsopleidende leerweg volgen (bol). Deze groep mbo’ers is representatief voor alle mbo-studenten in Nederland wat betreft leeftijd, geslacht en het opleidingsniveau binnen het mbo (niveau 1-2, niveau 3 en niveau 4). Het onderzoek geeft inzicht in de financiële situatie van mbo-studenten: hun inkomsten, bestedingen, spaargedrag en schuldensituatie. Daarnaast geeft het inzicht in de wijze waarop ze met geld bezig zijn en hoe ze tegen geld(zaken) aankijken.
Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door Stichting Goede Doelen Nh1816
De inkomsten van mbo-studenten: 550 euro per maand
Gemiddeld hebben mbo-studenten 550 euro per maand te besteden. Studenten die een bbl-opleiding volgen hebben gemiddeld meer te besteden dan studenten die een bol-opleiding volgen: circa 720 tegen 480 euro per maand. Bbl’ers hebben meer inkomsten uit andere activiteiten (bijvoorbeeld klussen, haren knippen en de verkoop van spullen) en verdienen veel meer met stage en bijbaan. Dit is niet opmerkelijk, aangezien zij voor hun opleiding één dag per week naar school gaan en een vak leren bij een bedrijf waar ze werken. Bol-studenten zitten veel meer op school en lopen af en toe stage.
7 op de 10 loopt stage en de helft heeft een bijbaan
Van alle mbo-studenten heeft 69 procent een werkplek of stage via de opleiding; voor de meesten van hen (62 procent) is het een betaalde stage. Van alle mbo-studenten heeft de helft een bijbaan van ongeveer 11 uur per week. De stageplaats/werkplek blijkt een goede manier voor de mbo’ers om ook nog extra geld te verdienen. Veel mbo’ers met een betaalde stage hebben namelijk ook hun bijbaan op diezelfde stage en/of werkplek:
- 41 procent werkt meer uren bij de werkplek/stage (naast de uren voor de opleiding)
- 18 procent werkt extra bij de werkplek/stage én ook nog ergens anders
- 41 procent werkt ergens anders dan bij de werkplek/stage
Van alle mbo’ers heeft 17 procent geen werkplek/stage én geen bijbaan. Deze groep doet dus geen werkervaring op. Dit percentage verschilt niet met de leeftijd van de mbo’er of het niveau van de mbo’er. Het gemiddelde totale inkomen van deze groep mbo’ers is beduidend lager. Ook geven ze vaker aan vaak of altijd geld tekort te komen en vinden ze vaker dat ze een financieel probleem hebben dan studenten die wel een bijbaan hebben en/of een stage/werkplek hebben.
7 op de 10 mbo’ers ontvangt zorgtoeslag
Van de mbo’ers van 18 jaar en ouder ontvangt 69 procent zorgtoeslag. Dit komt nu veel vaker voor dan in 2011-2012, toen bleek dat 46 procent van de mbo’ers van 18 jaar en ouder zorgtoeslag kreeg. Bij de 31 procent mbo’ers die geen zorgtoeslag ontvangt, speelt bij 54 procent onwetendheid een belangrijke rol:
- 22 procent weet niet dat ze zorgtoeslag kunnen aanvragen
- 16 procent geeft aan dat ze het niet krijgen, omdat ouders de zorgverzekering voor hen betalen. Deze jongeren weten dus niet dat de betaling van de zorgverzekering los staat van de ontvangst van zorgtoeslag.
- 16 procent geeft als reden dat ze thuis wonen. Ze zijn dus niet op de hoogte van de voorwaarden voor ontvangst van zorgtoeslag.
De onwetendheid is groter onder de 18- en 19-jarigen dan onder mbo’ers van 22 jaar en ouder. Ook is er wat betreft de bekendheid met de mogelijkheid van zorgtoeslag een duidelijk verschil tussen de opleidingsniveaus: van de mbo’ers op niveau 1 en 2 geeft 35 procent aan dat zij niet bekend zijn met zorgtoeslag, tegen 13 procent van de studenten op niveau 4.
Onbekendheid met huurtoeslag beperkt
Van de 28 procent mbo’ers die op zichzelf woont, ontvangt 1 op de 3 huurtoeslag. Het tweederde gedeelte dat geen huurtoeslag ontvangt heeft hier veelal een legitieme reden voor: ze wonen op kamers (21 procent) of ze hebben uitgerekend of ze in aanmerking komen en blijken er geen recht op te hebben (23 procent). De onwetendheid is beperkt: 12 procent is niet op de hoogte van de mogelijkheid van huurtoeslag.
Kwart mbo’ers onbekend met de mogelijkheid van belastingaangifte
Het komt veel voor dat iemand die niet het hele jaar voltijds werkt, hetgeen bij werkende studenten vaak het geval is, door het jaar heen te veel belasting betaalt. Door belastingaangifte te doen wordt duidelijk of er teveel belasting is betaald. Als dat het geval is, krijgt men het teveel betaalde bedrag terug. Van de mbo’ers die het jaar ervoor een betaald baantje hadden, heeft 45 procent belastingaangifte gedaan. Een ruim kwart (26 procent) heeft dit niet gedaan, om dat men onbekend was met deze mogelijkheid. Deze groep laat dus geld liggen uit onwetendheid.